vrijdag 17 december 2010

Over houden van




Hoeveel kun je houden van en waar kun je van houden?
Ik houd van marsepein, heel veel, maar ik ben al tonnetje rond en dus blijft het bij een houden van in de vorm van verlangen.
Ik houd van lekker eten en drinken, van genietend koken en menschen aan tafel.
Ik houd van mijn werk, maar met een restrictie, ik houd niet van gemene patiënten die hun frustraties op mij loslaten. Ik begrijp hen wel, maar ze maken ook mijn werk minder mooi. Het verplegen van hen die alleen maar aan zichzelf denken wekt mijn weerstand op.
Ik houd van mijn menschen, onvoorwaardelijk! Mijn kinderen, mijn prachtige kleindochter, mijn vriendinnen, vrienden, neven en nichten, er licht iets op in mijn binnenste als ik hen hoor of zie, ruik of vasthoud.
Ik houd van de verse sneeuw die knispert onder mijn voeten en van de zon die mijn gezicht en mijn lijf verwarmd.
Ik houd van de wind in de zomer.
Ik houd van bloemen en planten en bomen en dieren.
Ik houd van de aarde, van de rode Spaanse aarde meer dan van de vette klei.
Ik houd van menschen die van elkaar houden, het vertedert me en maakt me bewust van het geluk dat houden van met zich meebrengt.
Ik houd van passies, van je volledig geven aan iets waar je voor gaat.
Ik houd van gesmokkeld licht, van kaarsjes en kerstboomlichtjes, van schemerlampjes, van de verrassing die dat licht soms laat zien.
Ik houd van muziek, melodie en verwonderlijke klanken. Van mooie diepe stemmen en van prikkelende tonen.
Ik houd van woorden, magische zinnen en spitsvondigheden, van teksten en boeken, van verhalen en poëzie.
Ik houd van languit liggen in een warm bad, van naakt  zwemmen en van douchen met een geliefde.
Ik houd van het vullen van mijn leven met zachte en mooie dingen, van stoere acties en van emoties.
Ik houd van lachen en van huilen, van allebei evenveel, het houdt mij in balans.
Ik houd van dat ene positieve dingetje dat mijn dag de moeite waard maakt.

Ik kan vreselijk veel houden van houden van; het geeft zin aan mijn leven, aan mijn bestaan.

Goeiemorgen, lieve menschen, ik moest dit even opschrijven voordat ik aan de realiteit van alle dag begin.
Houden van is belangrijker dan niet houden van, echt, geloof mij maar!




©Gavi Mensch
Maastricht, 17-12-2010
06.00u (het is nooit te vroeg om ergens van te houden;-)



                                                      Update: 20-7-2013
Inmiddels heb ik twee prachtige kleinkinderen en nog meer lovenswaardige aanwas van 'mijn menschen'.





Update; 28-12-2014  Inmiddels heb ik drie prachtige kleinkindjes waarvan ik er er twee kan knuffelen en een kleine vluchtige ster is die ik voor altijd zie schitteren in de oogjes van haar broertje en zusje.

.

zondag 12 december 2010

Bruine bonensoep om voor te bidden

.

Tijd voor bruine bonensoep om voor te bidden:

Voor semivegetariërs (met alleen vlees dat ooit op 2 pootjes liep).
Voor 4 hongerige personen en nog een kopje voor de lunch van morgen.
Voor liefhebbers van slow-food en maaltijdsoep.
Voor alleen-met-goed-excuus-bidders.
Voor een lekkere kerstmaaltijd zonder poeha etc

Benodigdheden:
1 grote ui
zakje verse soepgroenten of
1 halve knolselderie
2 selderijstengels inclusief blad
1 winterwortel
1 rode paprika
1 prei
2 blikken of potten bruine bonen (zelf weken en koken is een risico;-))
400gr. kippengehakt
1 flink glas rode wijn of meer
2 blokjes kippenbouillon ( en eventueel nog 1 blokje groentebouillon)
4 kruidnagels in 1 laurierblad gestoken
1/2 theelepel djinten of 1/4 theelepel kummel of komijn
Ketjap Manis
vers gemalen peper en zout naar smaak

Maak van het met zout en peper gekruide kippengehakt kleine soepballetjes en kook deze in 2 a 3 liter water met de soepgroenten, eventueel schuim eraf scheppen.
Voeg de blokjes bouillon toe. Als de balletjes 20 minuten gekookt hebben eruit scheppen en bewaren. Bouillon nogmaals afschuimen.
Fruit ondertussen in een grote soeppan de fijngesneden uien met het laurierblad en de daarin gestoken kruidnagelen tot ze glazig zijn. Blus af met een half glas rode wijn. Voeg de bonen toe en laat 15 minuten zachtjes doorkoken. Andere helft van het glas wijn zelf opdrinken.

 Voeg dan de bouillon met de groenten bij de bruine bonen, even doorroeren en het geheel minstens een half uur op laag vuur door laten pruttelen. Neem eventueel nog een glaasje om de wachttijd relaxed door te brengen en mijmer wat over de tijd van Bartje. 
Neem de pan van het vuur en verwijder het laurierblad met de kruidnagels. Sla met de staafmixer een groot deel van de groenten en bonen tot puree, niet te lang en niet helemaal pureren dus. Laat de soep op zacht vuur door koken, af en toe over de bodem roeren. Voeg eventueel nog wat water bij. Doe de balletjes in de soep en laat nog 10 minuten koken. Maak op smaak met wat ketjap en vers gemalen peper, eventueel nog wat zout.

Heet serveren met warm naanbrood en in goed gezelschap, eet smakelijk!



P.S. De volgende dag is ie trouwens nog lekkerder. ;-))



©Gavi Mensch
Maastricht, 11-12- 2010


.

donderdag 9 december 2010

Aso's van New Kids hebben succes.

.
Ik was eerst al gestruikeld eerst over een tweet van een moeder wiens 8 jarige kind helemaal weg was van New Kids. En dan het stukje in de Volkskrant: ik kan er niet om lachen terwijl ik toch een redelijk gevoel voor humor heb. Ik zie de onderkant van de maatschappij verheven worden tot iets bijzonders en iets leuks. Zoals dat ook gaat met die blonde Greet.  Voor echte humor heb ik stand-up comedians en cabaretiers, Toon van Driel's stamgasten, Adriaan Soeterbroek, KrewinkelKrijst en vele andere cartoonisten en natuurlijk Wikileaks, vooral dat laatste vind ik getuigen van een gezonde dosis humor, verfijnd tot op het politieke bot.

New Kids doet me denken aan de jongetjes die vroeger naar een speciale school gingen en daarna na het internaat. Ze woonden in de straat achter de mijne, je kon maar beter vriendjes met hen blijven en meer dan eens offerde ik mijn eerste knikkers op om dat te bereiken. Mijn eerste knikkers waren dan ook nooit de mooiste, stuiters nam ik niet mee in het begin. Later zijn ze allemaal naar een kostschool gegaan, toen begreep ik dat nog niet. Ik wilde ook wel naar een kostschool, met drie treiterbroers leek dat een goede optie om van hen af te komen.

Jaren geleden kwam ik een van die jongetjes tegen (hij was toen over de 50), in de thuiszorg, in mijn geboortestad. Nog steeds het lange gepermanente haar, ogen die nooit meer verder uit elkaar waren gaan staan, één loensende, kunstgebit en tattoo's, oorbel en joggingpak. Grote gvd's en een redelijk vriendelijk goedemorgen er achteraan bij binnenkomst. Bij het voorstellen viel hij bijna van zijn stoel af. Veel op te halen herinneringen en ondertussen wassen en verbinden. De patiënt had een heftige leverontsteking, geïnfecteerde oude steekwonden en een probleem met het korte termijngeheugen, o.a. vanwege het XTC gebruik. Gelukkig deed nog een deel van zijn lange termijn register het en konden we uit onze vroege jeugd nog wat herkenningspunten vinden, langzaam, dat wel.

Ik heb niet kunnen achterhalen van wat er na de kostschool jaren is gebeurd, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. Qua life-style zijn de aso's van New Kids niet anders dan de jongens waar ik mee knikkerde. Alles mocht bij hen thuis, ouders die shag draaiden voor de hele dag en vieux dronken bij het ontbijt. Veel friet met frikadellen, nooit andijvie met een klef sausje, haalden de uitkering op en klusten er bij, kinderen gingen wel of niet naar school en het enige dat de kostschool heeft bewerkstelligd is dat mijn oude knikkermaten hebben leren lezen en schrijven, al is het met mate.

Blij met het praatje was ie, enkele gêne had ie bij het douchen en aankleden, Geen kik bij het verbinden van de wonden. Als compensatie bewonderde ik de tattoo's, kinderlijk blij was ie. En jammer genoeg maar weinig humor mogelijk in het geheel. Want voor echte humor heb je een scherp functionerend brein nodig.

Koffie voor hem en mij gezet en ondertussen gepermanente haren gekamd en in de gel gezet..
En toen de koffie op was zei hij:
"Ik wis altèd al daje slimmer was as wij, nòit steuters bij de eeste knikkerpartèh, zo blijf ie altèd uit de piktiuur, ben nòh wel blèh daje ze nòit verspeeld heb."

Enfin, je begrijpt dat ik iets uitgelopen ben met de zorgminuten, die heb ik in eigen tijd ingehaald.

 
©Gavi Mensch
Nederland BV, 9-12-2010.
 
 
.

maandag 29 november 2010

Van het goede voorbeeld en de schandpaal.

Minister van Opstelten (Ópstelten of Opstélten?) gaat blowende jongeren aan de schandpaal nagelen, zo doen ze dat binnen de Reformatorische Broederschap!
                                                         illustratie Fabiënne de Lange

Mag ik Ivo een rondleiding geven over de Detox van een verslavingskliniek?
Alcohol, meneer Ivo maakt meer kapot dan je lief is….en wat dacht u van GHB-verslaafden, cokesnuivers en spuiters en pillenslikkers? Eet en niet eetverslaafden, twittergekken en continue-gamers en niet te vergeten de seksverslaafden en outgeburnde workaholics?
Godsdienst waanzinnigen en reli-fanaten…. ?
Dubbel diagnoses, meneer Ópstélten, sommige verslavingen hebben een oorzaak, sommigen ontstaan uit verveling en sommigen ontstaan simpelweg omdat pubers nergens zo gek op zijn als op een verbod!

Allemaal aan de schandpaal, allemaal eigen schuld dikke bult, wrijf het er ook maar publiekelijk in bij ouders en nooit meer een tweede kans geven die mensen! Zo krijgen we ook meer variatie in schoolkeuze: witte, zwarte, christelijke en islamitische, pillenslikker- en blowscholen. Dat maakt het een stuk eenvoudiger. Bij de geboorte al een etiketje meegeven dat grut en zo kun je de loopbaan sturen.

Niet langer studeren dan 4 jaar en nog wat maanden. Niet zoals Mark (8 jaar) of Maxime (11 jaar), dat is wel erg lang en zeker als je nooit blowt! Hebben zij pillen geslikt? Vast niet! Gedronken, ook niet!
Worden alle kindertjes dan zo als de perfecte VVD ministers? Ja? Gelukkig, wat een opluchting, dat zal een boel sores schelen. Die zijn materialistisch, rijkere mensen kunnen weten dat je geen voorgedraaide joint koopt maar liever investeert in een wietplantage!

Voordat u de borden met namen ophangt naast de deur van de school (beetje á la Luther), doet u dan eerst onderzoek naar het blow, slik en drankverleden (en heden) van alle Kamerleden, Eerste en Tweede, van het Kabinet en de ambtelijke aanhang. Handig hulpje ook bij het pvv-kamerleden-achtergronden-onderzoek, kortom twee vliegen in één klap. Goed voorbeeld doet vast goed volgen.

Met een beetje geluk komt Wikileaks u te hulp, die hebben heel veel achtergrond info, over alles en iedereen. Ik zet mijn emmertje wel onder die kraan, ik kan er niet op gaan staan wachten. Voordat alle corrupte en geheim gehouden narigheden van regeringen zijn uitgespit………..

Maar het is wel belangrijk natuurlijk dat we weten wie er geblowd heeft! Dan verzieken we van die mensen (en van hun ouders en kinderen) vast de loopbaan bij voorbaat en krijgen we eindelijk wat rust in de wereld.


Pfffff!



©Gavi Mensch
Nederland BV, 29-11-2010



http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article3316988.ece/Opstelten_akkoord_met_drugskind_aan_schandpaal.html

Ik wil geen televaag-artikelen op mijn blog promoten, uit Trouw dus!

.

zaterdag 27 november 2010

Úw Werkeloosheids Verdriet

.

"Goedemorgen, ik heb een afspraak met meneer H, ik ben Gavi Mensch, dit is mijn burgerservicenummer en dat mijn geboortedatum, kunt u zeggen dat ik er ben?" Ik houd hem de brief van het ÚWV voor.
"Mag ik uw burgerservicenummer en uw geboortedatum?" vraagt de receptionist.
Ik kijk hem vrolijk aan en zeg niets, ik houd het papier met de afspraak en de gevraagde informatie  nog steeds voor zijn neus. Ik ben voorbereid!

Dan kijkt hij op het papier en kijkt in het afspraken boek.
"U heeft geen afspraak met meneer H". Ik kijk hem nog steeds vrolijk aan, daar heb ik uren op geoefend. En ik zeg nog steeds niets. Hij kijkt verbaasd naar mij en dan weer naar de brief met de afspraak.
"Er is iets veranderd", zegt hij en pakt de telefoon, belt en geeft mijn naam door aan degene aan de andere kant en legt weer neer.
"U wordt opgehaald", mompelt hij.
"Door wie?" vraag ik vriendelijk.
"Door mevrouw W., meneer H werkt even niet, die is in de ziektewet"
Ik knik, het zal me een zorg zijn, de een of de ander.

Vijftien minuten later staat er een lange blonde zuurkijkende dame voor mijn neus.
"Gavi?" snauwt ze, "Kom maar vlug mee, je bent op mijn lijst gezet en ik heb weinig tijd"
"Mevrouw Mensch", stel ik mij voor terwijl ik glimlachend mijn hand uitsteek. "En u bent?" Ze negeert mijn hand en mompelt haar naam.
In de open kantoorruimte aangekomen gaat ze zitten en opent mijn dunne dossier en zegt met luide stem: "Alweer werkeloos?" Dan gooit ze haar riedel eruit, half in dialect, half in slecht Nederlands en zegt en vraagt onzin en luistert niet en na 4,35 minuten zegt ze: Je moet 2 keer per week solliciteren, alles aanpakken en niet te selectief zijn, er zijn genoeg verzorgenden nodig!"

Ik ga rechtop mijn stoel zitten en leun iets voorover en zeg:"Ik zou het op prijsstellen als u mij niet met je aanspreekt, ik vind dat een gebrek aan respect. Ten tweede, heb ik al voor 4 weken sollicitaties gedaan, zonder zelfs maar antwoord te hebben gekregen. Ten derde wordt ik gediscrimineerd op leeftijd, ik werk al 42 jaar, dat is duidelijk te lang, heeft u enig idee wat ik daar aan kan doen? En ten vierde ik ben geen verzorgende, maar verpleegkundige en daar is weinig werk voor hier. Te duur? Maar is er wel een heftig tekort aan verpleegkundigen.  Ik ben dus buiten de stad aan het solliciteren".
Als blikken konden doden was ik er nu niet meer geweest.

Ze slaat het dossier dicht en snauwt: "Ik kan úúú dwingen om als verzorgende te gaan werken en anders krijgt úúú geen uitkering!"
"Helaas kan ik het verzorgende werk niet aan, dat is te zwaar en bovendien heb ik 3 maanden recht op WW, dat is niet aan u om te bepalen. Maar daar kwam ik toch ook niet voor, u bent ervoor om voor mij te kijken of er nog andere mogelijkheden zijn om mij aan het werk te helpen", zeg ik. Ik glimlach nog steeds en beloof mijzelf een heerlijke cappuccino als premie daarvoor.

"Dat moet een arts maar uitmaken of úúú daar niet toe in staat bent", sneert ze, "en ik volg de verdere zaken wel op úúúw werkmap". Ze pakt haar mapjes op en negeert wederom mijn hand die ik ten afscheid en nog steeds glimlachend toesteek.

Na twee maanden kwam haar eerste berichtje op mijn werkmap, nadat ik al vele sollicitaties had doorgegeven en vragen had gesteld. Het berichtje luidde dat ik nog maar een paar weken uitkering zou hebben en dat zij wel bepaalde wat goed voor mij was en dus verwachtte dat er sollicitaties voor verzorging tussen zouden zitten.

Enkele weken geleden kreeg ik een enquête van het ÚWV op mijn werkmap, over klantvriendelijkheid en niet anoniem. Die heb ik uitgebreid met naam en toenaam én grinnikend ingevuld.
Op de dag voor het einde van mijn uitkering heb ik nog een tweede en laatste afspraak met haar gekregen. De logica ervan ontgaat me volledig, maar ik ga die afspraak prettig en langdurig benutten.

Van een gemeentefunctionaris hoorde ik later dat ze bij het ÚWV geen moeite doen voor ouderen en al helemaal niet voor die drie maanden, dat het daarna hun 'pakkie an' niet meer is en dat ze zelf vaak deze baan hebben omdat ze werkloos zijn geworden en zo bij het werkbedrijf, min of meer verplicht, de baan aangenomen hebben. Het zieken van andere werkelozen is sommige van hen niet vreemd. De goeden daargelaten.
Slordige besteding van belastinggeld dus, het nutteloos aan het werk houden van een boel mensen die beter voor een prikkie als verzorgenden hadden kunnen gaan werken, maar dan niet met die mensonvriendelijke attitude!

Úw Werkeloosheid Verdriet!



©Gavi Mensch
Nederland BV, 27-11-2010.



Nothing changed:
http://www.flexmarkt.nl/nieuws/kamer-wil-meer-grip-op-uwv-bij-hulp-werklozen-3293.html
Nog steeds actueel en toch achterhaald:
http://www.nursing.nl/home/nieuw/1398/tekort-aan-verpleegkundigen-verwacht



UPDATE: 12-6-2015
http://www.metronieuws.nl/binnenland/2015/06/werklozen-opgeleid-tot-helderzienden-via-uwv

vrijdag 26 november 2010

Gastcolumn Chawwa Wijnberg: Geniet of ik schiet!

.

Mensen spreken in reclameslogans. Ze zeggen: `Geniet.´ Gebiedende wijs. Eigenaardig. Waarom moeten we zo genieten? Bij de foto’s van de kleinzoons: `Geniet nu!’ En dan dreigend: `Want later is ie groot.’ Is de pret dan over? Heeft dat met later als ik groot ben te maken? En valt dat tegen? Of komt dan de gelukspolitie? Mevrouw, u heeft niet genoten, u krijgt een boete van het huidige kabinet. Want cultuur hoeft niet, maar genieten potdomme zúllen we?


Willen we niet meer lijden? Of mógen we niet meer lijden?

Bij rampen geven we feesten. Vrolijke feesten met dans en gezang, korte stukjes met ach zielig, en dan een prijslijst van wat we opgehaald hebben. Allemaal hossers en kunstemakers en maar lol maken om geld op te halen. Tralala boemdiee. En helpt dat? Nee. Dat wil zeggen, mij lijkt het niet. We halen miljarden schuldgevoelgeld op en nog krijgen de slachtoffers cholera en andere leuke ziektes, terwijl ze al geen huis en geen riolering hebben. Bedoelen ze dat met genieten?

Crisis bij de banken. Geniet! Sommige mensen zijn er erg rijk van geworden tenslotte. Zij genieten, terwijl anderen creperen. Maar, zeggen ze, contracten, en het kan niet anders, echt niet. Wij geloven het. Want anders? Wij moeten niet zeuren, wij hebben televisie, die houdt ons zoet. Er is een hoop platte pret tegenwoordig. Hoeveel dans-, stamp-, kook-, vreet- en andere vrolijke programma’s kan een mens verdragen? En maar gillen van de lol. Laatst hoorde ik koken op de radio. Lekker? Nou ja, je wordt niet dik van radiokoken.

Ook de betere kranten komen met korte teksten en grote plaatjes om maar niet tot de elite gerekend te worden. Want dat willen we niet. NOU IK WEL. Verdomme.

Er zijn plaatjesdraaiers die één keer perjaar in een glazen kooi gaan zitten hongeren om te muzakken. Het publiek hoopt dat ze bezwijken. Het geeft geld voor zo’n lalala-plaatje. Voor een zielig goed doel. Dat is pas echt genieten.

De cultuur wordt met minus tweehonderdmiljoen subsidiegeld om zeep geholpen. Net zoveel geld als we voor een klein stukje snelweg nodig hebben. Fijn hè, hard rijden?

Wij worden dus het patat- en- frikandellenvolk. Dat is pas genotzucht. Obesitas voor iedereen. Hebben we geschreeuwd in 60 steden om cultuur? Jawel, jazeker, maar ook uit wanhoop! Maar of het helpt? Deze regering is onbeschaafd en dom, een fatale combinatie.

Mijn nieuwe leus is Wanhoopt en doe dat Nu. Voor het te laat is. Anders worden we zombies. Grijze dode mensachtigen die platgeslagen alleen nog maar pret met seks en pret met vreten kennen. Het normale verstand is bezweken en in het ziekenhuis wordt de patiënt niet op de intensive care gelegd want de directeur van die zorginstelling verdient dertig verpeegsterssalarissen. Ik bedoel, dat verdient hij niet, maar dat salaris heeft hij geritselt.Wanhoopt. En kerm.

Patjepeeërs en proleten maken de dienst uit. Leuk á la Wilders. Moeten we nu gaan gillen op de golfbaan? Daar genieten de VVD-stemmers van lekker buiten zijn in die duur aangelegde natuur. Schreeuwen om cultuur? Schreeuwen om iets anders dan golfcultuur. Hè ja, poëzie op de golfbaan. Bijna verkommerde dichters bij elke hole, met petje-op-petje-af om geld op te halen. Krijsen in de kerken. Om klassieke muziek. God houdt daar namelijk van. Je denkt toch niet dat dat meedreinen met ’t urgel voor ons opperwezen zo mooi is?

Bee-enners. De supergenieters. Op het nieuws horen hoe ene dinges getrouwd is met een andere dinges. In een te dure jurk en met ruzie. Om het in mooi Nederlands te zeggen: Who gives a shit? Geld, genot, genoten. Geld is de toekomende tijd van geniet. Het moet van de gelukspolitie. Geniet of ik schiet. Ik zou bijna zeggen, schiet dan maar, verdomme.


Chawwa Wijnberg
26-11-2010


http://www.chawwawijnberg.nl/
Tekeningen, Chawwa Wijnberg
© 2010 Chawwa Wijnberg. Alle rechten voorbehouden



.

maandag 22 november 2010

Roeien met de riemen in de zorg.

Het negatief in de actualiteit gekomen Haagse verpleeghuis is niet het enige dat overal steken laat vallen. In het gros van de verpleeg- en verzorginghuizen en revalidatie-instellingen vallen steken door het tekort aan handen of niet goed opgeleide handen. Door te weinig (interne en externe) controle.

Oplossing is een grotere variëteit van handen aan het bed, meer handen aan het bed en betere in praktijk én theorie opgeleide eigenaars van die handen, strenger intern toezicht op het functioneren van die handen. Kortom, het bekende verhaal. Stel maar een ouderwetse hoofdzuster aan, met controlefunctie, één die steekproeven doet en op niet gezette tijden over de afdelingen loopt. Een eindverantwoordelijke voor de directe patiëntenzorg. Er wordt nu zoveel gemanaged op afstand dat niemand nog door de bomen het bos ziet. En waar ging het nu ook al weer om? Het verzorgen en verplegen van de patiënten, toch?

Na de EVV-er (eerstverantwoordelijke verplegende) komt de teamleider, dan de unitmanager, dan de clustermanager en de locatiemanager. Dan de raden van bestuur en toezicht. Waarom moeten al die mensen managen of gemanaged worden? Moet er zoveel beleid gemaakt en vertaald worden? In deze tijd van roeien met de bestaande riemen zou coachen in plaats van managen logischer zijn. De verzorgenden worden steeds vaker intern opgeleid, ik zet daar mijn vraagtekens bij, de opleidingsinhoud laat sterk te wensen over. Zet meer praktijkbegeleiders in, vooral tijdens lichamelijke verzorgingsuren en etenstijd.
Ik heb weer verschillende verpleeghuizen van binnen gezien, veel luxe soms, maar niet aan competente mensen. Iedereen kan zijn eigen grootmoeder wel wassen, maar voor het verzorgen van de grootmoeder van iemand anders is meer verantwoordelijkheidsgevoel en meer inzicht nodig. Nu worden er veel handen snel klaargestoomd, met alle gevolgen van dien.

En natuurlijk gaan de directies de Tweede Kamer niet op de hoogte houden, hun veranderingsbereidheid is niet zo groot, ze hebben geen creatief en praktisch denkvermogen, het moet ook vaak uit hun salaris komen en je kunt het geld maar een keer uitgeven!

Een simpele oplossing zou zijn om de inkomsten te verdelen van onderaf, te beginnen met de directe zorg:
60 bewoners/patiënten hebben per dag 15(dagdienst) en 10(avond/middagdienst) en minimaal 4(nachtdienst) verzorgenden nodig. En ook noodzaak: 1 tot 4 praktijkbegeleiders, afhankelijk van de leerlingen, een planner en of afdelingssecretaresse voor administratie en papierwerk en een hoofdverantwoordelijke. Behalve de leerlingen hoort iedere meer dan 2 jaar gediplomeerde kracht automatisch EVV-er te worden, men werkt immers in wisselende diensten. Ik pleit voor een verpleegkundig hoofd van dienst voor elke dag- en avonddienst en een verpleegkundige in de nachtdienst, inzetbaar voor alle calamiteiten en met die controle functie.

Daarnaast kun je kijken hoeveel geld er nog is voor overkoepelende functies die de verzorging en verpleging begeleiden, zoals financiële administratie en personeelszaken en een hoofd verpleging en verzorging. En een directie functie. Andere werkzaamheden als de facilitaire: technische en schoonmaakdiensten, voeding en  ITC vallen niet onder de directe verzorging. Er kan ook veel beter geautomatiseerd worden op het gebied van voorraden en apotheek. En vooral samengewerkt worden met andere huizen en instellingen.

Opleidingen in huis hebben niet tot goede resultaten geleid; er moet een landelijk examen komen voor theorie en praktijk voor verzorgenden. Wie niet voldoet aan de eisen kan niet met patiënten werken. Wie wel voldoet, duurt langer en heeft meer plezier in het werk. De niet gemotiveerden vallen tijdens de opleiding af. Het inzetten van ouderbanen zou in ieder geval op de spitsuren verlichting geven en de vrouwen en mannen die voor kleinere kinderen zorgen, de mogelijkheid geven om bij te blijven zodat de volledige terugkeer op de arbeidsmarkt vloeiend verloopt, zonder verlies van kennis en vaardigheden. Bovenstaande is slechts een greep uit de mogelijkheden.

Roeien met de riemen die je hebt.
Stel je voor dat de zorgverlening een roeiboot is.
Alle roeiers moeten dezelfde slag hebben willen ze vooruitkomen en meer dan 1 stuurman of -vrouw is absurd. Je kunt 2 roeiers aan een riem zetten en dan ga je dubbel zo snel. Ze moeten sterk zijn, in goede conditie en dus goed getraind en weten wat hun verantwoordelijkheid is. En luisteren naar de stuurman. Die geeft het tempo aan en de richting. De stuurman weet waar de zwakke plekken zitten en zet nooit twee zwakke roeiers aan een riem, maar verdeelt de mogelijkheden over de boot. De roeiers roeien en leren nieuwe technieken van een coach, niet elke roeitocht is een wedstrijd, maar het ergens komen is een doel; hetzij aan de overkant, hetzij op het podium voor een gouden medaille. De ultieme ambitie! De voorzitter van de roeivereniging levert geen spierkracht, maar int de contributie, stippelt de route uit en zet de bekers in de prijzenkast. Het is zo simpel als dat.

Een utopie in de zorg? Ik denk het niet. We moeten alleen weer bij het begin beginnen. In de zorg wil dat zeggen bij goed opgeleide mensen met plezier in hun werk, met dankbare patiënten, een goed salaris en goede arbeidsvoorwaarden, daar worden mensen gelukkig van.

Van de nu heersende situatie wordt niemand blij en krijg je dus om het zo maar even te noemen Haagse toestanden.

Gavi Mensch
Nederland BV, 21-11-2010
 
 
.

zaterdag 20 november 2010

Fatsoen

'Mensen zullen gaan snakken naar intelligentie en fatsoen' volgens Lodewijk Asscher, wethouder voor de PvdA in Amsterdam (bijlage VK 22-11-2010) en ik ben het helemaal met hem eens. Dit gaat niet echt goed. De maatschappelijke verloedering is bijna compleet.
De verloedering is niet van deze tijd natuurlijk, alle moderniseringen zijn verloederingen ten opzichte van het conservatisme. Mijn vader hield vast aan zijn kostuum en stropdas, deed die alleen 's avonds af en verwisselde na het werk alleen zijn colbert voor een keurig gebreid vest.

Zijn kritiek op de verloedering werd geuit met de woorden van Toon Hermans: 'We vertruien zo!' en daar bij ging het hem niet (alleen) om de kleding maar om allerhande slordige zaken. Slordig woordgebruik, slordige omgangsvormen, slordige politici en slordig zakendoen. 

Binnenshuis mocht je op zondag de hele dag in je pyjama rondhangen, alleen op zondag. De rest van de week absoluut niet. Een werkweek bestond uit 6 dagen. Wie minder werkte, verdiende zijn geld te makkelijk. De vrije zaterdag was een ommezwaai. Mensen liepen op zaterdag in vrijetijdskleding. De intocht van de campingsmoking. We vertruien zo, ik denk het nog steeds. Bij mij roept het geen associaties meer op van kledingstijl, maar van ethiek en normen. Ik vind het allemaal niet zo fatsoenlijk wat ik om me heen zie.

Het begon toen mijn kinderen klein waren en er meer dan eens een zelfsluitende winkeldeur tegen de kinderwagen dreunde, simpelweg omdat ik verwachtte dat de persoon voor mij op zou letten en de deur open zou houden voor ons. Ik bedankte daarvoor luid en duidelijk. Mijn dochter trok me dan aan mijn jas, zij vond mijn opvoedkundige opmerkingen naar dit soort vertruide personen een beetje gênant. Vreemd want ze had nooit anders geleerd dan dat je altijd achterom kijkt als je een deur doorgaat, om te zien of er iemand achter je aan komt.

Hoe kwam het dat het voor haar gênant was (nu niet meer, ze duwt nu haar eigen kinderwagen) als ik iemand wees (en wijs) op het niet naleven van een fatsoensnorm?
Ik kan wel een boek vol schrijven met redenen waarom ik denk dat die normen verdwenen zijn. En ik vraag me dan af of de mensen die geen normen hebben meegekregen dan minder weten. Of ze minder geleerd hebben of minder bewust bezig zijn met de wereld om het heen. Of ze al vanaf vrijdagmiddag 'banquehangen' in trainingssuit met een pilsje, sport kijkend. Of ze alleen werken voor die boterham en flatscreen. En ik vraag me af of het einde van het vertruien al in zicht is.

Het komt mijns inziens eigenlijk allemaal door dat men vond, dat kinderen 'het' zichzelf maar moesten aanleren. Antiautoritaire opvoeding helpt daar niet echt bij. Het minder lezen is funest gebleken. Het eigen wereldbeeld gaat het 'enige' worden. Het matige onderwijs uit standaard lesboeken, zonder de verhalende en geïnspireerde eigen interpretatie van de leerkracht, heeft van leren een eindopdracht gemaakt en niet een beginpunt. Destijds moest men uit al die verschillende meningen een eigen mening destilleren, daar hielp de overdracht van 'normen en waarden' bij. Je las de familiekrant en daarnaast ook nog andere kranten. Het nieuws was min of meer neutraal, ook op de radio en de televisie. Je eigen opinie moest je vormen, kunnen beargumenteren, die kwam niet kant-en-klaar......

En er was sociale controle. Maar die hield op. Er mocht veel en hoefde weinig. Wat de een mocht, mocht de ander ook. Daarna kwam het 'bemoei je met je eigen zaken' en daarna de vogelvrijheid van de maatschappij; als je een goede advocaat had kon je alles maken. Tot op heden is dat helaas het uitgangspunt.

Ik ben niet aardig wat dat betreft. Ik vind dat regels er wel zijn om te toetsen, maar niet om te overtreden. Ik controleer nog steeds sociaal. Ik ben niet bang voor een grote bek, het is maar op welke manier je het zegt. Als ik ga schelden over een in mijn gezicht dichtgevallen deur, heb ik boze tegen- en omstanders. Als ik vraag aan de onverlaat die de deur niet openhield of hij daar zelf geen last van heeft en of het hem wel handig lijkt op deze manier, krijg ik vaak een 'Sorry mevrouw'. Niet altijd natuurlijk. Met al mijn 'vooroordelen' van dien. 
Degene die sorry zegt, wist wel dat hij de deur open hoort te houden voor de volgende, zeker als die met een kinderwagen loopt. Die is nog intelligent. Maar degene die mij toesnauwt: 'Kutwijf, bemoei je met je eigen zaken, had je maar geen kinderen motte nemen, je ken toch wel voor je zelf zorgen zeker' die dicht ik een laag IQ toe en een intelligentie op het niveau van zijn fatsoensnormen.

Het 'schorriemorrie' zou mijn vader hen genoemd hebben. Helaas zitten dat soort nu overal, in alle lagen van de bevolking. In het landsbestuur, in de top van de zakenwereld, van de banken en van de zorginstellingen. Bij personeelszaken en achter het gemeenteloket. Tussen de politieagenten en de geestelijkheid. Van top tot bodem is de vruchtbare samenleving vermengd met het antisociale gif. Als er niet snel iets gebeurt aan het gebrek aan fatsoensnormen en het zakken van de intelligentieniveaus komt het niet goed met ons.

Ik hoop dus maar, samen met Lodewijk, dat het snakken naar intelligentie en fatsoen snel begint.




©Gavi Mensch
Maastricht, 20-11-2010


Naschrift: 31-10-2013

Helaas loopt het allemaal anders, onbeschoftheid is troef, morele grenzen zijn weggevallen, alles mag gezegd en gedaan.  Leugens verspreiden, bedreigen en het vernielen van zorgvuldig opgebouwde cv's, alles mag. Asscher heeft het m.i. opgegeven. Er is geen sprake meer van vertruien. Er is  veel vies ondergoed zichtbaar. Zogenaamd nette mensen spuwen hun gal op het net; het dient geen enkel sociaal doel, geen enkel doel whatsoever. We zijn drie jaar verder en 30 jaar teruggezet door een kleine groep oppervlakkige types, helaas voorkomend in alle lagen van de maatschappij.  Het wordt nu zaak om die narigheden bloot te leggen, het vieze ondergoed van deze en gene verplicht te laten wassen en de producenten van de stoom vuilspuiterij een tijdlang te isoleren. 

Zie ook:
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3536464/2013/10/31/We-ondervinden-nu-dat-het-op-Twitter-en-Facebook-aan-beheersing-ontbreekt.dhtml


.

la rutina y yo




no es la búsqueda

es el no encontrar

nada de lo esperado

nada de sorpresa

el día va de día en día

no cambia su hora

de cambiar de día

tan fija y repleta

sin esperanza ninguna



no es la búsqueda

es el no encontrar

el vació para un sueño

el hueco para variar

el día va de día en día

no cambia a la gente

ni cambia su camino

el camino está fijado

sin esperanza ninguna



si no cambio yo

el día al día.






©Gavi Mensch
de mi diario: alegre crisis depresiva
Jerez 2007
Maastricht, 19-11-2010


donderdag 18 november 2010

Te weinig handen

Ach, ik zie de wanhopige strijdlust in haar ogen, ik kijk beschaamd naar mijn vingertoppen en dan weer naar haar vragende gezicht. "Weet je, ik heb echt iemand nodig", zegt ze. Ik weet wat zij bedoelt en ik weet ook al dat ik niet de oplossing ben voor het Probleem, niet meer! Ik ben niet meer zo snel als 10 jaar geleden. Ik krijg de patiënt niet in die korte tijd fris gewassen en aangekleed. Dit deel van de functie trek ik niet meer. Ik zie slecht verzorgde wonden en slordigheden die zij niet ziet. Ik zie, hoor en ruik te veel. Ik wil hier een Minister van Volksgezondheid, een ochtendje maar, meeploeterend, net zoals ik.

De  vier of vijf verzorgenden 'doen' elke morgen 30 patiënten, nog steeds en nog net, zolang ze het volhouden. Dertig stramme en onwillig lijven. Dertig mensen die niet veel meer begrijpen. Dertig mannen en vrouwen die niet meegeven, wonden en verwrongen ledematen hebben, dertig uit de kluiten gewassen baby's. Met volle luiers die nu inco's heten. Minimaal 5 patiënten in twee en een half uur, dat is een half uur de man of vrouw. Wassen op bed of op de postoel, wassen en aankleden. Of douchen, van stoel naar stoel, hijsen en overzetten. Compleet met deo en scheerbeurt, met oorbellen en de bloes met 10 knoopjes. En alles moet, alles is verplicht en niets is vrijblijvend. Soms heeft men een pyjamadag, soms gaat men om 3 uur ´s middags al weer naar bed, omdat men oud is. Maar het wassen moet altijd, elke dag. En het verschonen, minstens drie keer per dag. En als een bewoner klaar is, na een uur, ruikt ie soms nog niet fris, de urine lucht heeft de huid geïmpregneerd. Minstens 6 uur kan een inco blijven zitten. Minstens 6 uur.

De 12 verzorgenden nemen 24 uur per dag de verzorging van 30 mensen voor hun rekening. Eentje in de nachtdienst en elf nemen de dag en avond voor hun rekening. Er zijn 28 nog levende bewoners en een paar terminale patiënten die bijna dood zijn en alleen op een kamertje liggen met een bewegingsdetector en palliatieve medicatie. Er is niemand bij hen. Er loopt wel regelmatig iemand binnen maar doodgaan doen ze te vaak in hun eentje, hopelijk hebben ze geen besef meer van hun omgeving, geen pijn en geen angst. Ik ben niet zo overtuigd van dat alles en schaam me diep over dit soort zaken. Familieleden klagen en zijn net zo onmachtig, dat wil zeggen als er familieleden zijn. Veel ouderen zijn eenzaam en alleen.

Er is geen onderscheid des persoons, nooit. De 83 jarige klaploper wordt net zo liefdevol behandeld als de 73 jarige moeder die alleen voor een groot gezin heeft gestaan. Het zijn allemaal bewoners van de units van de laatste fase. Ze hebben allemaal dementie, weten niet echt meer wie ze zijn en zien elke minuut nieuwe dingen. Het gezicht dat ze enkele minuten eerder zagen komt hen vaag bekend voor maar het is niet meer dan dat. Niemand op de afdeling weet precies wat voor dementie de bewoners hebben, alleen de artsen en de therapeuten weten dat. Het medisch dossier is gesloten voor verzorgenden. Ze weten van de patiënt alleen wat hen verteld wordt en ze hebben ook niet genoeg tijd of mogelijkheden om zich er verder in te verdiepen.

De verzorgenden doen vreselijk hun best, ieder naar vermogen. De een is wat sneller, de andere wat handiger en de derde is vreselijk lief voor iedereen. Maar redden doen ze het niet. De patiënt die net gewassen is door een collega, wordt door mij afgedroogd en de handdoek vertoont nog sporen van ontlasting. Ik pak het washandje en sop nog een keer de liezen. Zij droogt, met een kleur op haar gezicht. Sip zegt ze dat het niet zoveel uitmaakt, zodra de patiënt gaat staan kan ze opnieuw beginnen. Veel patiënten laten alles lopen. Ik zeg niets en smeer met kracht vaseline op de rode plekken. Vaseline is niet zoals het hoort, maar zo wil de arts het. Ik zeg weer niets. Vaseline is goedkoop en kan in ieder geval geen kwaad.

Na een patiënt samen met haar verzorgd te hebben en nog een in mijn eentje wordt mijn onvoldane gevoel steeds groter, de laatste patiënt zit om kwart over 10 aan het ontbijt en om half één komt het middageten. De bewoners worden gestimuleerd om zelf te eten maar als dat niet kan, worden ze geholpen, twee huishoudelijke assistentes zorgen daarvoor, samen met de activiteitenbegeleiding, vrijwilligers en af en toe een leerling of een verzorgende die klaar is met de persoonlijke verzorging. Koffiepauze voor degene die om 7 uur begonnen is, is pas als de meest urgente bewoners klaar zijn. Lunchpauzes, in ploegen, er moeten genoeg verzorgenden zijn om te helpen met eten. 's Middags wordt er verschoond en een enkele keer getutterd, op bed gelegd en geschreven; een rondje over de gangen met de nog strompelende patiënten gelopen, als er tijd is. Er wordt veel overleg gepleegd zonder uitkomsten. Ik ben vol bewondering voor de verzorgenden die dit werk doen en volhouden, jaar in jaar uit. Ik begrijp ook de mensen die er uiteindelijk mee stoppen.

Om twaalf uur weet ik genoeg, iedereen lijkt moe, niemand klaagt, ze grappen wat tijdens de lunch, de humor is soms cynisch. De stemming is niet negatief, ze hebben zelf voor dit werk gekozen en iemand moet het doen. Ze chanteren zichzelf. Krap 2000 euro bruto verdienen de meesten. Een baan van 36 uur in de week, weekenden en avonden, nachtdiensten en feestdagen. Het zijn vrouwen met een gezin en kinderen, kinderen in een moeilijke leeftijd, kinderen met problemen die aandacht nodig hebben. De druk op deze vrouwen is groot en niet iedereen rolt daar ongeschonden doorheen. Er wordt tussen neus en lippen door verteld over persoonlijke zaken, het lucht duidelijk op.

Het werk is niet leuk meer, te zwaar en heeft te weinig inhoud. De patiëntenzorg in dit soort instellingen is matig, de liefde voor het werk ontbreekt vaak tegenwoordig en ik vraag me niet af waar dat aan ligt, ik heb het ook wel anders gezien. Ik heb nooit een luxe baan gehad, dit is me net iets te gortig. 30 niet zelfredzame patiënten voor 5 verzorgenden op een morgen heeft iets derdewereldachtigs en ondanks het feit dat iedereen hard doorwerkt, iets onmenselijk. Het is noch voor de patiënten noch voor de verzorgenden een goede optie.
Ik heb mijn keuze gemaakt. Mijn collega zal het nog even alleen moeten doen. Zo moeten werken is helemaal geen optie voor mij; zo moeten werken gaat me jaren van mijn leven en veel van mijn werkplezier kosten. En veel schuld- en schaamtegevoel opleveren en veel te weinig enigszins compenserend salaris.

Ik maak een lijst met knelpunten voor mijn archief. Dit is dweilen met de kraan open en ik wil wel dweilen maar dan moet eerst de kraan gerepareerd worden. En die reparatie bestaat uit meer goed opgeleide handen aan het bed.



©Gavi Mensch
Nederland BV, 15-11-2010

maandag 15 november 2010

De zorg grap.

.

Tegenwoordig moet ik grinniken om de grapjes van de Human Resources Departements.

Niet echt van harte maar er zit genoeg zwarte humor in hun gestunt om een glimlach op mijn gezicht te krijgen. De naam van de afdeling op zich is al een grap. Human Resources of te wel het beheer van menselijke productiemiddelen, ofwel de energie waar een bedrijf op draait. Waar het hele bedrijf op draait, alles zonder uitzondering. In de zorg betekent dat simpelweg het zorgpersoneel. Zonder zorgpersoneel geen patiënten. Zonder patiënten geen inkomsten. Die brengen namelijk het zorgpremiegeld van de verzekeraars mee en de door de belasting geïnde centjes van de AWBZ. Meer is er niet.


Deze twee bronnen van inkomsten financieren maar ternauwernood de opname.
In zo'n geval zou iedere zorgwerker het bij zijn zorg behorende salaris moeten krijgen, het is precisiewerk.
Maar daar slaat men de plank volkomen mis. Van die inkomsten leven ook heel veel anderen: de managers zonder handen aan het bed, de subdirecties en de directies, de zorgbesturen en de raden van toezicht, de portier en de vele dames en heren aan de balies en recepties. En natuurlijk de enorme afdeling Human Resources, de dienst om de werknemers van dienst te zijn. Zij zorgen ervoor dat de contracten in orde zijn en dat er een salaris verwerkt en uitbetaald wordt. Die zorgen dat de mensen die de inkomsten genereren niets te kort komen, zij beheren de menselijke productie middelen en zijn daar natuurlijk zuinig op: geen energie, geen geld, geen ziekenhuis en dus ook geen Human Resources medewerkers.

Mijn verpleegkundige energie wordt ingezet om geld te genereren. Ik sta aan het bed. Ik moet bijblijven en studeren, dagelijks, om de ontwikkelingen bij te houden. Ik gebruik mijn hersens en mijn lijf. Ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel, ik werk met mensen, hun leven hangt van mij af. Eén verkeerde pil en dag patiënt!
Eén verkeerde beweging en de patiënt stort ter aarde, één verkeerde notitie van zijn bloeddruk en zijn hele medicatie patroon loopt in de soep, met alle gevolgen van dien. Ik ben er dus 8 uur per dag met mijn kop en lijf bij!

De alleraardigste dame van Human Resources heeft de opdracht om alle nieuwe verpleegkundigen zo laag mogelijk in te schalen, de directie wil voor een dubbeltje op de eerste rang.
Dus biedt zij mij voor een baan zonder vaste uren ( dus nooit weten of je de huur wel kunt betalen) een inschaling als verzorgende.
Lager dan in de advertentie stond.
En lager dan ik ooit ingeschaald ben sinds mijn diplomering(bijna 30 jaar geleden).

'Want u bent al ouder mevrouw en u heeft niet recentelijk in een ziekenhuis gewerkt'. Ik kan dan niet anders doen dan grinniken.
En mijn spullen bij elkaar pakken, vele vellen verplicht papier, een halve cartridge van de printer, mijn reiskostendeclaratie, de kwitantie van de dure parkeergarage van het ziekenhuis.
Geen enkele vergoeding. Je moet er wat voor overhebben. Wat?
Om te solliciteren heb je al geld nodig en tijd. Vele uren invullen en voorbereiden, schrijven en wachten.

Waarom dat gesjoemel met mijn salaris, 2 schalen minder dan in mijn vorige baan en ongeveer 500 euro minder per maand, 6000 per jaar?
Een curriculum van twee kantjes, veelzijdigheid, studiezin en 30 jaar ervaring in alle takken van de verpleging, meer dan 40 jaar aan het werk, nooit subsidies, geen studiefinanciering.
Halve pensioentjes en meer van dat soort ellende.

'En wel flexibel blijven met flex contracten mevrouw, 36-40 uur net zoals elke jonge meid. En gewoon nachtdiensten, van dat 55+recht moet u maar afzien, anders kunt u hier niet werken en uw ADV uren betalen wij uit', zegt de aardige dame van HR.

"Hallo, weet je nog waarom dat ooit ingesteld werd? Om ons tot ons 65ste uit te kunnen buiten! Zodat we ook geen pensioengeld meer opmaken?" zeg ik met een lieve glimlach.

"Niemand protesteert daartegen" zegt ze verbaasd, "Iedereen wil werken en dit is wat ik te bieden heb, een paar uur hier en een dagje daar, u moet wel overal inzetbaar zijn. U krijgt ook geen ziekengeld, dat zit al bij uw salaris inbegrepen, evenals uw vakantiegeld.
Daarom krijgt u eigenlijk uiteindelijk ook wat meer uurloon".

"Dat is dan mooi", zeg ik terwijl ik mijn jas aantrek, "Ik hoor van u morgen wel of ik gewoon ingeschaald word. Dank u vriendelijk voor uw tijd en uitleg".

Ze kijkt me wat verbaasd aan en zegt dan: "Tja, dat moet ik eerst overleggen met het afdelingshoofd sollicitanten en die dan weer met zijn manager van HR. Ik heb bovendien mijn ADV dagen en ook nog wat verlofdagen, van overwerk, u weet wel. Op zijn vroegst wordt dat over twee weken".

Ik blijf glimlachen en ik wuif nog even terwijl ik de deur achter mij dichttrek.

In de gang hangt een poster: 'Meer handen aan het bed', staat er op.
Ik pak mijn pen en schrijf eronder:
'Geregeld, morgen wordt de patiënt gewassen door de bestuurder van dit ziekenhuis, vertroeteld door zijn secretaresse en verder verpleegd door de HR manager en de dame die mij zojuist wilde beroven'.

Ik rijd met een rode kop naar huis en rol het yogamatje uit.
En ik verwacht ook geen telefoontje meer,




©Gavi Mensch
Maastricht, 12-11-2010

donderdag 28 oktober 2010

Wicked woman

Het is voor mij, als mensch, noodzaak om vriendelijk te zijn: mensvriendelijk, man-, vrouw- en kindvriendelijk, dier- en natuurvriendelijk. Maar zoals alles in dit leven heeft mijn ook vriendelijkheid een limiet. Zodra ik zie dat mens, dier of natuur aangevallen wordt en daardoor in het nauw komt, verdwijnt mijn sympathieke ik en komt mijn rode alter ego boven. Rood als van socialistische rozen en woede.
Het is te makkelijk om openbare columns te schrijven over iemand die het waarschijnlijk niet leest en zich ook nooit echt publiekelijk kan verdedigen.
Het is intens gemeen om via een krant met iemand af te rekenen en te chanteren met zijn of haar ellende.
Zoals de open brief van een of andere redactrice van een paaps sektekrantje over een andere vrouw, waarin ze diens verdriet gebruikt om de minderwaardige acties van een ding dat zich bisschop noemt publiciteit te geven.
De Engelsen hebben een woord voor zulke onmensen dat je met gepaste minachting kunt sissen: 'despicable'. Een woord dat je kunt uitspugen. Het Nederlands ontbeert zo'n woord, minachting is niet sterk genoeg, alleen 'sssssmerig' komt in de buurt.
De onvrouw in kwestie, laten we haar voor het gemak even Mariska de H. noemen, is een kruising tussen een domblondje (niets met haarkleur van doen) en een gefrustreerde, gehersenspoelde zure trut (niets met geslachtsdelen van doen). Iemand die zich probeert op te werken over het lijk van een ander. Mijn conclusie in deze is dat dit soort onvrouwen die de kont van een bisschop kussen (bijvoorbeeld), de emancipatie om zeep helpen. Alles wat bereikt is voor de rechten van de vrouw in de loop van de laatste eeuw, branden zij tot op de grond toe af, uit ambitie.

Schadelijke nietmensen!
En dan, vraag ik me af, zo'n paap, is die nu blij met de propagandabijdrage betreffende zijn strijd tegen abortus? Zo'n onman die zijn sekte jaren het misbruiken van tot foetus en later tot kind uitgegroeide eicel heeft toegestaan?
Die sekte, van o.a. kindermisbruikers, creëert kanonnenvlees via hun anti abortus propaganda…. voor eigen gebruik? Kom, die celibataire meute moet toch ook weer het zaad kwijt? 'Seeds of evil'? En doet zo'n krabbelende onvrouw daar dan aan mee? Het antwoord op beide vragen is: 'Ja'.

De open brief was een van de grofste die ik de laatste 30 jaar gelezen heb en treft mij als vrouw in het diepste van mijn wezen. Ik word daar dan niet alleen verdrietig van, maar krijg zelfs 'wicked ideas', helaas! Baas-in-andervrouws-buik verhalen zijn er te veel, zoals dat van een 9 jarig meisje, verkracht door haar stiefvader; zij mocht van de Kerk niet aborteren, een nuchtere arts ontfermde zich over het kind en brak de bijna 4 maanden oude zwangerschap uiteindelijk af.

Over dit soort religieuze anti-abortus groepen en de ellende die veroorzaken met hun tunnelvisie, kan ik nog jaren schrijven, maar ik kan die brainwash nooit terugdraaien.
Bisschoppen en kerkvorsten zijn de pest gebleken voor deze maatschappij.
Maar over types als Mariska, die hen de ruimte geven ga ik nog een boekje opendoen, met als titel: Wicked Women!





Gavi Mensch
Nederland BV, 27-10-2010



De link naar de brief van de enge Mariska voeg ik niet toe, lijkt me niet nodig
Enkele links over de despicable bisschoppen vind je hieronder, wel of niet voor publicatie….

http://www.trouw.nl/religie-filosofie/nieuws/article3075130.ece/Wiertz_begroet_actievoerders_MeaCulpa.html

http://nl.globalvoicesonline.org/2009/03/brazilie-vaticaan-veroordeelt-abortus-verkracht-meisje/

maandag 25 oktober 2010

In blijde afwachting.

Steeds vaker hoor ik sommige alleenstaande vrienden (oud en jong) zeuren over "vrouwenzaken". Natuurlijk hebben ze het dan niet over menstruatie, tampons en inlegmatjes en ook niet over PMS. Of het moest zijn dat zíj er zo'n last van hebben (gehad). Steeds vaker kom ik bij hen aanrechten vol vieze vaat tegen, uitpuilende wasmanden en verpakkingen van nieuwe overhemden en ondergoed. Steeds meer voorverpakte maaltijden in de koelkast, naast de enorme hoeveelheden drank. Fruit hebben ze niet in huis; 'vergeten te halen' noemen ze die op den duur dodelijke geheugenstoornis. Dodelijk aangezien de rest van het voedsel ook al niet vers is.
Schoonmaken of strijken doen ze niet en velen geven een volgens hen 'slordig' bedrag uit voor een tweewekelijkse hulp die in twee uur tijd de vaat van veertien dagen en de even zo lang opgespaarde was moet doen.En dan gewoon klagen dat ze weer niet gestreken heeft, terwijl het huis er toch weer uitziet als een woonruimte en niet meer als een prehistorisch hol.

Ooit moest ik iets afgeven bij een werkgever thuis, een man van mijn eigen leeftijd. Schaamteloos nodigde hij me uit om naar binnen te komen…. in de grootste zwijnenstal die ik ooit gezien heb. Ik had al niet zo'n hoge pet op van hem, daarna heb ik helemaal geen hoofddeksel meer opgezet. Wat een neanderthaler! Toen hij mij met erg hoog opgetrokken wenkbrauwen in het rond zag kijken, ik heb een expressief gezicht, zei hij dat hij het erg druk had en dat zijn vrouw hem verlaten had voor een ander, nog geen 4 jaar geleden. Ik keek hem aan met dezelfde expressie. Ik zei niets. Ik stond daar maar, vol ongeloof.

De enorme deuk die veel mannen oplopen als ze 'verlaten' worden is voor mij zo langzamerhand niet vreemd meer. Hun oerinstincten worden daardoor op een laag pitje gezet, ze vinden het onbegrijpelijk, gaan er voor in therapie en raken er vaak alleen overheen als ze een nieuw, liefst jonger, 'vrouwtje' aan de haak slaan. En zo niet dan staren ze nog jaren navel.
Toen ik mijn spraakvermogen weer hervonden had, heb ik hem bedankt voor de desillusie. Voor het treurige van het 'niet-zo-sterke geslacht'. Voor mijn het versterken van mijn angst voor regerende jongens als Balkenende (nu Rutte) en de heren van zo'n mannetjeskabinet.
Voor de veelal aangepaste vrouwen die in vrouwenbladen, ook in Opzij, hun zegje doen.

En daarna ben ik in de lach geschoten, een nare cynische lach.

Ik heb de maand erop ontslag genomen. Het werken voor en met zo'n man bleek ook een regelrechte ramp, te hulpbehoevend,  te zielig! Niet de multiculturele samenleving maar de gewone emancipatie is mislukt.
Werkende mannen met een gezin hebben het moeilijk. De taakverdeling valt hen zwaar. Werkende alleenstaande mannen hebben het nog moeilijker. Het dagelijkse leven valt hen tegen.

Moeders en ook vaders hebben hun zoons een vrouw voorgespiegeld die nooit bestaan heeft.
Nu leven ze in 'blijde' afwachting.



P.S. Ik ken natuurlijk ook wel mannen die 'het goed doen', maar die zijn toch nog steeds in de minderheid.

©Gavi Mensch
Nederland BV: 25-10-2010

.

zondag 24 oktober 2010

Kasplantjes.



Jarenlang hebben we kasplantjes gekweekt. Onze kinderen zijn opgetrokken uit de composthoop van restjes strijd en zijn gewend aan bescherming en bijvoeding. De ludieke creatieven hebben zich genesteld in overheidsgebouwen, antikraak en antibraak en zaten daar in het zonnetje te wachten op opdrachten. Onze musea hebben alles verbouwd, alles behalve de collecties en het vrienden-van bestand.

Onze nationale en internationale niet-ingeburgerden hebben we lekker laten rommelen.  Kranten en goede boeken eruit, playstation spelen erin. De zorg is uitgemergeld en afgebrokkeld, goedgelovigen zitten nu besmet in instellingen. De toppen lijken sterk en rijk gevuld, maar zijn niets zonder een stevige stengel. Scholen zijn slechts nog verzamelplaatsen van zaden met een leerplicht. Educatie mag niet, het zou wel eens geen echte vrijheid kunnen zijn. Kasplantjes. Graaiers graaien maar zaaien niet. Het volk kijkt en hangt jong of bank, leest nog maar zelden, het zijn koppensnellers die geen inhoud kennen.

En het belangrijkste, we zijn vergeten nieuwe denkers te zaaien. Verse politici zijn in de stekbak blijven hangen, nooit uitgegroeid.
Ook ik heb daar mijn deel in. Ik en de mijnen. En dat komt zo. In onze jeugd hebben we tegen alle onrecht luidkeels geprotesteerd. In de tijd dat we wat protest van andere als bijval nodig had, werd het opeens stil. Herken je dat? Rottigheid uithalen op school met zijn allen en als er gevraagd werd wie het gedaan hadden was ik van die vinger opstekers, die consequenties accepteerde. Ons leven was onbeschermd, een leven van door weer en wind, genietend van de enkele zonnestralen. Vallen en weer opstaan. En daarna protesteerde niemand meer met ons, de stillen waren ingedommeld.

Kasplantjes heb ik gemaakt van dat soort mensen. Passieloze slappelingen. Ik heb vooral niet hard genoeg gestampvoet voor mij, niet doorgezet, uit moeheid en moedeloosheid. Voor een ander ben ik nooit gestopt.

En zie nu, dit land vol gesubsidieerde kassen vol tere mensjes die niet meer voor zichzelf opkomen. Henk en Ingrid in het dorp stemmen uit gemak op de schreeuwer. Maar die schreeuwer doet niets voor hen, niets anders dan alleen ongenuanceerd blèren. Hij protesteert niet voor Henk en Ingrid, hij wil iets ondenkbaars, hij wil tuinder worden met werkvolk in overall, hij wil kasplantjesbaas worden en al dan niet genetisch manipuleren.

 En de politici? De zogenaamde echte. Ook kasplantjes. Al snel huilde de ene op zijn clubbijeenkomst en de andere huilt zo dadelijk, om zijn moeder. Ik weet het zeker. Het zijn geen denkers, slechts gebruikmakers van de vermoeidheid van een generatie die te hard gewerkt heeft. Het zijn geen denkers, het zijn geen doe-ers. Ze zijn volkomen afhankelijk van zwaar gesubsidieerde ambtenaren die af en toe vlug wat op papier donderen, om nog wat productiebewijs te leveren. Wat ze schrijven maakt niet uit, rekenen kunnen ze niet. Politici nemen die papieren voorstellen klakkeloos over en zenden het uit. Die kunnen het echt niet zelf, ze hebben geen enkele filosofie, geen enkele basis en geen enkele noodzaak. Nood hebben ze nooit gekend. Opgekweekte stekjes van helden, maar nooit meer geworden dan een stekje, een zielloos kasplantje.
Ik blijf niet vertroetelen, ik blijf wel protesteren! Alleen nu wel tegen degenen die dat nooit gedaan hebben.
Ik hoef geen kasplantjes, maar sterk gewas en stoere bomen. En luide en duidelijke reacties.

 
 
©Gavi Mensch
Nederland BV,  24-10-2010

zaterdag 23 oktober 2010

Pompoemsoep

Halloween is niets voor mij, allemaal te griezelig en te naargeestig, te herfsterig zullen we maar zeggen. Ik houd niet van de herfst, niet van de kou en niet van vallende blaadjes. Ik blijf binnen als ik niet echt naar buiten hoef. Maar ik stimuleer wel het uitsnijden van pompoenen voor Halloween, ik maak namelijk graag soep van het vruchtvlees.

Zojuist zag ik op Twitter het woordje pompoem staan, dat houd ik er in! De poen van pom is ook naargeestig in tijden van crisis en de poem heeft iets van een vrolijke slag op zo'n grote trom: poem poem poempoempoem
En iets dichterlijks, dat ook.

Pompoemsoep*** voor minstens 4 personen: 

Benodigdheden:

Een flinke pompoem
2 fijngehakte teentjes knoflook.
2 fijngesneden sjalotten
2 liter bouillon van vers gesneden soepgroenten*
   ( uitgelekte groenten bewaren)
1 glaasje droge witte wijn (en 1 reserve)
1 dessertlepel honing
1 snuifje kaneel
1 kruidenbuiltje**
1potje crème fraiche light (AH)
zout en vers gemalen peper naar smaak

*voor de bouillon:
1 prei, 2winterwortelen, lente-ui, selderijstengels en of wat selderieknol en 2 ontvelde tomaten in blokjes gesneden, het kruidenbuiltje en 1 of 2 blokjes tuinkruidenbouillon; groente niet te snel 'net gaar' koken in ca. 2 liter water.
** voor het kruidenbuiltje:
laurierblad, tijm, peterselie en majoraan samengebonden.

Maak de bouillon.

Snijd ondertussen het 'deksel' van de pompoem af en hol pompoem en deksel voorzichtig uit. Snijdt het vruchtvlees in blokjes.
Doe wat olijfolie in een grote pan en fruit de ui. Voeg dan de knoflook toe, even mee fruiten (niet bakken) en dan de blokjes pompoem toevoegen. Licht omroeren. Voeg de honing en de kaneel toe, omroeren en afblussen met het reserveglas ;-) witte wijn. Voeg de bouillon (zonder het kruidenbuiltje) toe. Laat het geheel koken tot de pompoem zacht is, voeg de bewaarde (en in de mixer fijngemaakte) soepgroenten toe. Laat het geheel op een iets lagere warmtebron nog 10 minuten zacht doorkoken. Neem een kop soep uit de pan en roer de crème fraiche erdoor, giet vervolgens dit mengsel beetje bij beetje en al roerend door de soep. Even laten indikken.
Breng op smaak met peper en zout.



Eet smakelijk en 'vrolijk' Halloween dan maar!






***vegetarisch, waarschijnlijk ook Zen, Halal en Kosjer?





©Gavi Mensch
Multiculti Nederland, 23-10-2010

.

Zorgpolitie? Een reactie op...




Mevrouw J is mijn volgende patiënt. Ze woont in een prachtig appartement aan de rivier. Ze is achter in de zeventig en mijn opdracht is om haar een injectie en medicatie te geven en na het uittrekken van haar steunkousen het wondverband op beide scheenbenen te controleren. Haar helpen met omkleden en naar bed gaan, haar nog een wasbeurtje geven. Ze loopt slecht en gaat met een rolstoel van de woonkamer naar de slaapkamer. Er staat 15 minuten voor volgens het planblad, maar met deze ben ik dame waarschijnlijk een uur bezig, schat ik zo. 45 minuten verlies voor de zorginstelling.

Mevrouw J is de vrouw van een directeur, zo stelt zij zich voor. Ik stel mij alleen met mijn voornaam voor, mijn achternaam leidt in het stadje altijd tot vragen als: Ben je er een van….? Aangezien ik niet bij elke patiënt zin heb om van alles te horen over mijn familienaamgenoten, houd ik het bij mijn voornaam. Mevrouw J vertelt wel hoe vreselijk belangrijk haar man wel niet was en ik laat haar, zo gaat de tijd wat sneller. Terwijl ze doorratelt over recepties en de juwelen die haar man haar cadeau gaf, trek ik haar kousen vast uit, de wondverzorging moet ik van haar in de kamer doen. Ik pak een krukje: "Nee, die niet, dat was het voetenbankje van mijn man" en een ander krukje, "Voorzichtig dat u er niet doorheen zakt, u bent zo dik" en trek de kousen uit. Het verband eronder zit los en op de benen zitten bloederige schrammen. "Jeetje, was is hier gebeurd", vraag ik, "heeft u jeuk gehad?" "Ja", snauwt ze, "Jullie komen veel te laat!" Ik kijk naar de breinaalden op tafel en zie dat ze van de ouderwetse soort zijn, een beetje verweerd. Ik zie geen wol. "U hebt toch niet met de breinaalden geprobeerd te krabben?" De vrouw kijkt mij woest aan en kijkt dan uit het raam. Ik trek handschoenen aan en maak de wonden schoon met betadine, het is gelukkig allemaal oppervlakkig. Daarna verbind ik haar opnieuw. Dan pak ik de rolstoel.
Mevrouw begint aanwijzingen te geven over waar ik allemaal niet tegenaan mag botsten en wat ik beslist niet opzij mag zetten. Ik verontschuldig me en beloof alles zo te zetten dat de dagzuster dezelfde route weer kan nemen. "Nee", zegt mevrouw J, "Alles moet terug op zijn plek." Ik probeer uit te leggen dat het veel tijd kost en dat ze het vannacht toch niet ziet, maar mevrouw is boos en sneert: "Het kwam zelfs niet in mijn personeel op om me tegen te spreken, jullie zijn domme ganzen en jaloerse krengen omdat jezelf niet zulke prachtige meubeltjes hebt." Ik breng haar naar het toilet met de rolstoel, een soort slalomwedstrijd om de 'sjieke' kastjes en stoeltjes niet te raken. Als ze klaar is, ze neemt haar tijd, gaat ze weer terug in de stoel en rijd ik haar naar de slaapkamer waar ik erg moet manoeuvreren om haar zo dichtmogelijk bij de bedrand te krijgen. Mevrouw ligt eindelijk op een veel te laag bed en nu moet ik haar onderkantje nog wassen. Ik vertel haar dat ik morgen zal doorgeven dat het bed op klossen moet, dat het te laag is om iemand te kunnen verzorgen. "Klossen" krijst ze," Ik heb mijn kleinkinderen die dingen er vandaag onderuit laten halen, het was geen gezicht en ik ergerde me er al maanden aan". "We mogen en willen niet meer zo veel bukken, onze ruggen zijn daar niet tegen bestand", leg ik rustig uit terwijl ik een glimlach op mijn gezicht probeer te houden. Dan komt er van alles: ik ben daar toch voor, ze betaalt daar toch voor en wat denken wij wel? Weet ik niet meer wie zij is?

Ondertussen heb ik haar gewassen en probeer de pyjama aan te doen. Maar mevrouw wil een andere en ik moet met haar sleutels de kast openmaken. Ja, alles is op slot, 'personeel blijft onbetrouwbaar'. Na tien minuten heb ik de juiste pyjama en de sleutels weer teruggelegd op het nachtkastje. Ik doe nieuwe handschoenen aan en zet ik het spuitje dat ze moet hebben in de buikplooi en mevrouw gilt alsof ze geslacht wordt. Zulke spuitjes zijn praktisch pijnloos en ik heb er al honderden zo niet duizenden gezet. Mevrouw beticht me van opzettelijk pijn doen en wrijft over haar buik. "Niet wrijven", zeg ik, "dan krijgt u blauwe plekken", maar dat is natuurlijk tevergeefs. De broek aandoen is een lijdensweg, voor mij; het jasje doe ik niet dicht. Ik zeg tegen mevrouw dat ze dat zelf even kan doen terwijl ik opruim. In de badkamer hoor ik haar schelden over luie zusters die arme oude vrouwen zelf de knoopjes dicht laten maken. Ik kom terug met een glas water en haar medicatie. "Zet maar neer", zegt ze. "Nee, ik blijf even tot u de medicatie genomen heeft, dat is afspraak, anders vergeet u het, dat is al vaker gebeurd". Na veel protest stel ik voor dat ik een briefje maak waarop staat dat zij haar medicatie niet volgens afspraak wil in nemen en dat ze dat dan even tekent, zodat ik verder kan. Dat ik anders te laat ben bij de volgende patiënt die al bijna een uur ligt te wachten. Mevrouw slikt de medicatie onder protest en laat me nog een vol glas water neerzetten. De postoel zet ik naast het bed en ook dat doe ik niet goed. Ik trek het dekbed over haar heen, mis! Het moet maar half en dan de plaid dubbelgevouwen schuin over haar schouder. En het klokje moet zus en de alarmbel en de telefoon niet naast maar onder haar kussen. En ze heeft jeuk aan haar benen, dat gaat ze niet lang uithouden. Ik sla de boel weer open en pak een tube speciale crème uit mijn tas, trek weer nieuwe handschoenen aan, smeer voorzichtig zalf op de benen en sla het dek weer dicht. Als ik terug kom uit de badkamer heeft zij zich omgedraaid en moet alles weer opnieuw, het dek, de plaid en de bel. Haar stok, de slippers en de postoel, die ik had weggehaald om haar benen in te kunnen smeren. Dan moet de rolstoel terug naar de overvolle woonkamer en alle meubels weer op hun plek. Ik doe dat niet want de dagzuster verliest dan weer tijd en dat zeg ik ook.

Ik ben al een uur bij mevrouw J, 45 minuten te lang. Dan krijg ik gesnauwde instructies voor het uitdoen van de lichten en het afsluiten. Ik schrijf nog vlug een rapport, vermeld de klossen en de geagiteerdheid van mijn patiënte, die alweer roept. Ik loop terug naar de slaapkamer en mevrouw zit rechtop in bed. Wat doe je daar allemaal, ben je aan het snuffelen?" Ik vertel van de rapportage en nu wil ze dat eerst nog lezen. "Vraagt u dat morgen maar aan de dagzuster", zeg ik gedecideerd, "Ik moet nu echt verder". Mevrouw sneert dat ze morgen een klacht tegen mij gaat indienen. Ik doe voor de derde maal het ritueel van de plaid en bijbehorende zaken, draai de lichten uit, en roep in de gang nog een keer welterusten. Op het moment dat de deur dichtvalt, hoor ik haar nog iets zeggen. Ik draai de sleutel twee keer om en controleer de deur.

Ik ren over de lange galerij en sprint de drie verdiepingen naar beneden om mijn geïrriteerdheid te laten zakken. Ik kijk op mijn horloge en zie dat ik meer dan een uur te laat ben. Ik bel naar de volgende klant, die al wist dat ik te laat zou zijn. Dat is elke avond zo. Ze wacht gewoon. Wat een verademing! Nog voor ik de auto kan starten krijg ik telefoon van de centrale. Of ik nog even naar mevrouw J kan, ze zegt dat ik de deur opengelaten heb. Ik zeg tegen de centraliste dat ze mevrouw J kan verzekeren dat de deur dicht en op slot is en dat, als zij wil, ik over anderhalf uur nog even terug ga. Dat zij me dan maar even moet bellen.

Mijn volgende patiënt is een nóg oudere dame die in een arbeidershuisje woont en waar alles op de begane grond in orde is gemaakt voor haar en voor ons. Ruimte, geen bukwerk en een lijdzame patiënte die niet zo lang meer te leven heeft. Haar enige zoon is overleden, ze heeft niemand meer behalve de buurvrouw. Ik verzorg haar open buikwond, verschoon haar pyjama met doorlekplekken, fris haar op en zet ondertussen nog een kop thee. Ze is dankbaar voor het praatje, ik krijg een complimentje over het telefoontje en alles bij elkaar ben ik hier 20 minuten geweest. Zij had wel een uurtje extra kunnen gebruiken. Ik neem nog even de tijd om haar lekker in te stoppen en geef een aai over haar grijze krulletjes. Ze glimlacht.

De volgende twee patiënten krijgen alleen medicatie en dan ben ik klaar. Half 12, het is al nacht. Dan gaat de telefoon. Of ik toch mevrouw J nog wil bezoeken. Ik zeg dat ik haar terug bel. Als mevrouw J de telefoon opneemt, zeg ik mijn achternaam heel nadrukkelijk. Het is even stil. "Bent u hier net geweest", hoor ik een dun stemmetje vragen. Ik antwoord bevestigend en dan vraagt ze: "Bent u er een van…..?" Ik grinnik en beaam het. "Oh", zegt ze, "neem me niet kwalijk, dat had u beter gelijk kunnen zeggen". Ik wijs haar op de dichte voordeur en op mijn afgelopen dienst, wens haar welterusten en breek zonder meer het gesprek af. Mevrouw J was voor haar trouwen typiste op het kantoor van mijn oom. En ik heb het even gehad met dit soort patiënten die alsmaar tijd roven van anderen, roven omdat ze dat gewend zijn. Die trappen, omdat ze ooit zelf in een ondergeschikte positie hebben gezeten. Die nooit de zo aanbeden 'klasse' hebben verworven. En mijn andere patiënten lijden daaronder.

Mag ik daar dan ook een zorgpolitie voor?
Of die mevrouw Agema als vaste verzorgster voor patiënten als mevrouw J? En van haar salaris als Kamerlid kunnen we dan bij andere patiënten wat extra zorg leveren.

Dit is slechts één van de vele anekdotes die ik bewaard heb uit mijn 'Thuiszorgtijd'.
Nu gepubliceerd op het blog naar aanleiding van het zorgverguizende artikel van Jeroen Trommelen in de Volkskrant van 23-10-2010 [ 'Scherper toezicht op de ouderenzorg… Een prima idee van de pvv vinden alle deskundigen…..Daar komt de zorg politie…. Het lijkt bijna tijd voor een nieuw telefoonnummer: 113-verpleegster over de knie!]







©Gavi Mensch
19-7 2006
Bewerkt: 23-10-2010







vrijdag 22 oktober 2010

Gast Column van Chawwa Wijnberg: Kunst is voedsel voor de ziel & Kus

21-10-2010


Volgens mij hebben we allemaal een ziel. Honden en katten ook want die wil ik wel weer zien in het hierlaters. Muggen mogen van mij eenmalig zijn. Vogels mogen ook tot in de eeuwigheid zingen en dansen in het licht. Of politici een ziel hebben? Het huidig groepje niet, denk ik. Ze hebben geen hart maar een klein portemonneetje, dus denk ik, hebben ze ook geen ziel. Dat hart en ziel verbonden zijn lijkt me evident.. Maar misschien moeten we punten verdienen om te bewijzen dat we geliefd zijn. Je kunt natuurlijk oeverloos van massa’s mensen houden, maar kun je bewijzen dat ze jou ook lief vinden? Ik heb dus ‘t een en ander overwogen. Een individuele enquête doen met een vragenlijst. Ik zou het wel willen maar ik ben bang dat ik daar moe van word. Trouwens, ik heb een column, dus die kan ook als zodanig gebruikt worden.

Vraag 1
Bent u bereid van me te houden?
Vraag 2
Mag ik bij u eten als ik honger heb?
Vraag 3
Wilt u vóór me gaan staan als er een vijand op me af komt?
Vraag 4
Wilt u samen met me lachen? En lunchen?
Vraag 5
Kunst is belangrijk. Deze vraag kan alleen met JAZEKER en ja beantwoord worden!

Zelf ben ik bereid als u voor me staat met dit vragenformulier op alles met ja en jazeker te antwoorden. Nu ga ik vertellen waarom kunst zo nodig is en waarom een ziel voedsel behoeft. In aanvang is een ziel zielig. Klein en doorschijnend. Met elk moederskusje wordt het zieltje iets steviger. Vaderskusjes zijn natuurlijk ook nodig, maar daar heb ik geen ervaring mee. Misschien ben ik daarom wel zo’n sukkeltje. En als het zieltje goede muziek hoort gaat het gloeien van plezier. Met muzak daarentegen wordt het dof.
Van schilderkunst gaat de fantasie groeien en de ziel wordt daar rijk van. Rijk op een niet materiële wijze. Rijk als in uiterst gelukkig. Zoals met verliefd zijn en met houden van. Bij poezen gaat dan het spinmechanisme ronken. Bij mensen wordt het hartje warm en groot en danst er iets ondefinieerbaars in de buikstreek. Als u iets bij de enkel voelt, telt dat niet mee. Dat zijn scheuten. Dat komt als je ouder bent. Vooral bij knieën, schouders en nek en soms in de enkel.
Dierenliefde, dat wil zeggen als dieren u lief vinden, geldt ook voor de eeuwigheid. Mijn moeder bijvoorbeeld kon een vlinder op haar vinger laten landen. Als poezen bij u weglopen is dat een veeg teken. Daar moet u dan iets aan doen. Oefenen met beeldig stilzitten is een begin... Als honden u liefhebben kan het zijn dat u lekkere worst heb gegeten, dus het kán wel maar het is niet zeker.
Zelf heb ik met het hoofd van een giraffe op schoot gezeten, ik weet niet of dit telt, want niet iedereen heeft zo’n dier in de tuin. Het was in de dierentuin (vijftig jaar geleden) en ja de giraffe was echt en stonk onverwacht naar wilde dieren.

Hebben wij het al over poëzie gehad? De overtreffende trap van alle kunsten. Ook die moet u liefhebben wilt u ooit een engel kunnen begrijpen, geloof mij. Ook daarvan groeit uw ziel.


Kus


Een kubieke centimeter liefde

gaat een lichtjaar mee

of twee


en een kus

een welgemeende kus reikt

rijkt tot de verste ster

en terug


als onze armen

ons wegen, meten, tillen

dan krullen

onze lippen en tenen

en glimlachen

onze billen


hoor je me als ik roep

vibreert je haar mee

met mijn zinnen

lach je in de wind

speel je buiten

mijn schat

en wanneer kom je binnen



© 2010 Chawwa Wijnberg. Alle rechten voorbehouden
http://www.chawwawijnberg.nl/






©Gavi Mensch
Nederland BV 22-10-2010

donderdag 21 oktober 2010

Machtige vrouwen.

Macht is niet iets wat je hebt, maar wat je krijgt en macht hoort tijdelijk te zijn.
Ik ken niemand die zijn hele leven machtig is geweest. Wel mensen die lang aan de macht gehouden, of ongewenst, gebleven zijn. Macht is manipulatief zowel voor de machthebber als voor de machtgever. En dus is het een glibberig verschijnsel; voor je het weet ben je de macht weer kwijt en waar diende het dan voor? Tijdelijke macht is eigenlijk zinloos en uiteindelijk is alle macht tijdelijk en dus zinloos?

Ik lees dat Beatrix en Agnes van die machtige vrouwen zijn, maar dat heeft, net zoals bij machtige mannen, meer iets te maken met zwaar op de maag liggen. Beatrix heeft zich onhandig bemoeid met het formeren van deze antipathische regering en Agnes heeft in naam van haar nog overgebleven leden handjeklap gedaan met de werkgevers. Stel dat we acuut hadden mogen beslissen over de macht van deze twee dames, dan zouden de 'beslissingen' er waarschijnlijk anders hebben uitgezien.

En hoe wordt zo'n ranglijst van machtige vrouwen samengesteld? Via een poll gehouden onder de lezers, lezers van wat? Van Opzij? Of via een bureau dat zich gespecialiseerd heeft in het ondervragen van mensen? Van wie dan? Op internet? Op straat? Welke groep was representatief voor de Nederlandse samenleving? En op welk moment? Kortom het zegt me niets.

Beatrix zegt me weinig, ik houd niet zo van geërfde 'doorgeef'baantje. In de tijd dat Beatrix klaargestoomd werd voor het koningschap was er geen tv; internet en sociale media bestonden nog niet en getuige ene Kerstrede, begrijpt zij daar ook niet veel van. Ze mag daar van mij blijven zitten, maar ik vind dat ze per opdracht betaald moet worden, volgens de Balkenendenorm?
Zo puissant rijk als die dame is, zou ze niet onderhouden moeten (willen) worden door 'Het Volk'. Ik heb haar niet gekozen en vind dan ook dat ik niet voor haar hoef te betalen. En wat betreft mijn aversie tegen Agnes: in haar jonge jaren was ik ook jong, ze was toen nog pittig en ik was lid van de vakbond. Nu is ze meer een gesettelde (vakbonds)vrouw die niet meer tot harde protesten in staat is. Mijn lidmaatschap heb ik jaren geleden om die reden opgezegd, de bond vertegenwoordigt mijn belangen niet meer en Agnes dus ook niet. Voor handjeklap heb ik geen vakbond nodig.

De twee machtigste vrouwen van Nederland hebben niets met mij en ik niet met hen.
Natuurlijk lees ik van Opzij alleen de werkelijk interessante artikelen. De (internationale) kranten en opiniebladen spit ik wel door, rijp en rot, papier en digitaal. Veel meningen tegenover elkaar kunnen zetten geeft me de mogelijkheid om mijn eigen mening te vormen en indien nodig te kunnen uitdragen, met argumenten. Gevraagd en ongevraagd. Een stevige discussie helpt om die mening bij te schaven.

Ik heb Beatrix nog nooit horen discussiëren en Agnes al heel lang niet meer. Hun echte mening over de gang van zaken in dit land is voor mij zo helder als koffiedik. En die lijsten van machtige mensen mogen wat mij betreft in de versnipperaar. Wij geven macht weg en zouden daarbij beter moeten nadenken aan wie we die macht schenken, waarom en voor hoelang. Tijden veranderen, maar veel machthebbers blijven te lang 'stil'staan en op hun troon zitten. En zie dan maar dat je ze weer weg krijgt.

Ik heb het niet zo op macht, het werkt te veel ongelijkheid in de hand.
Ben ik nu een anarchiste? Waarschijnlijk wel, ik houd van een democratische beslissing, helaas is de democratie ver te zoeken op dit moment en anarchisme is dus wat mij rest. Ik houd anarchie en anarchisme streng uit elkaar, wanorde heeft ons geleid naar de chaos waar we ons nu in bevinden. Het werd voor mij dus tijd voor anarchisme! Niemand eet daar een boterham minder om en mij geeft het de ruimte om te ageren tegen ongebreidelde macht en sommige machtswellustelingen, die overigens meestal niet van het vrouwelijk geslacht zijn.

U hoort weer van mij.





©Gavi Mensch
Nederland BV, 21-10-2010.